Je bekijkt nu Tijdelijke huur, permanente onrust: het verhaal van Ashadevie

Tijdelijke huur, permanente onrust: het verhaal van Ashadevie

Ashadevie (58 jaar) is een liefdevolle moeder, tuinier met groene vingers en betrokken in haar wijk; ook al woont ze er tijdelijk. “Ik ben graag van betekenis voor anderen, maar zonder thuis kun je dit niet doen, het maakt je klein.” Het gebrek aan woonzekerheid drukt zwaar op Ashadevie. 

Ziek door onzekerheid

“Ik weet niet of mensen met vaste huizen stilstaan bij wat tijdelijk wonen met je doet,” legt Ashadevie uit. “Het idee dat je huurcontract elk moment kan stoppen is beangstigend. Het geeft mij het gevoel alsof ik dan weer wees word. Ik ben wees sinds ik zes jaar ben, een thuishaven is voor mij heel belangrijk. De angst om mijn huis te verliezen laat mij weer alleen voelen.”

De stress werkt door in Ashadevie’s welzijn. “De onzekerheid van tijdelijkheid wonen heeft mij geestlijk en lichamelijk ziek gemaakt. Ik ben afgekeurd voor werk, terwijl ik veel kan. Het is net alsof je niet meer helemaal leeft, maar stilstaat. Voor mij voelt dat als een black-out, soms weet ik niet welke dag het is.”

Hoofdhuurder uit huis

Ashadevie en haar zoon (20 jaar) zitten al jaren in woononzekerheid. In 2019 huurden ze een deel van een woning. De hoofdbewoonster had een groot huis omdat ze daar jongeren opving. Dit was ze, in overleg met de woningcorporatie, aan het uitbreiden naar volwassen in kwetsbare situaties of woningnood. 

“Ik weet niet waar het probleem ontstond,” vertelt Ashadevie, “maar de hoofdbewoonster werd op een gegeven moment door de woningcorporatie uit die woning gezet en uitgeschreven bij de gemeente Den Haag. Dit gaf haar grote problemen.” De zoon van de hoofdbewoonster was ernstig ziek en in behandeling. Zonder adres valt niet alleen je thuis weg, maar ook al je andere zekerheden, zoals een zorgverzekering. “Zij is hier wel aan onderdoor gegaan.” 

Dat is gewoon beleid

Ook Ashadevie en haar zoon hadden nu een groot probleem. “Wij betaalden huur voor ons deel van de woning, maar moesten toch binnen een maand weg.” Ashadevie was opgelucht toen ze snel een andere woning vond, in Rotterdam. Ze pakte hun spullen in en maakte zich klaar voor vertrek. 

“Maar op de dag van de verhuizing mocht ik mijn nieuwe woning niet in. Ik had een brief van de gemeente Rotterdam; ik werd geweigerd wegens de Rotterdamwet.” Die regel stelt de gemeente in staat om mensen met een uitkering te weigeren in bepaalde wijken. Door het beleid van een woningcorporatie en de gemeente hadden Ashadevie en haar zoon geen woonplek meer. “Wat nu?” Dacht Ashadevie. “Waar moeten we heen?”  

“Ik ben naar het daklozenloket gegaan. Daar zeiden ze; kom maar terug als jullie op straat leven. Ze willen dat je door die ellende heen gaat, dat je eerst trauma’s oploopt van dakloosheid, dat er nog meer kapot gaat, voor je geholpen kunt worden. Als je daar doorheen moet, dan sla je toch door? Dat wil je toch niemand aandoen? Ik voelde me alsof we koeien in een stal waren, je wordt gewoon geslacht.”

In actie voor woonrecht

Ashadevie zag geen andere oplossing dan in de woning te blijven. “Het idee om met mijn zoon en al onze spullen op straat te belanden, ik kon hem dat niet aandoen. Hij zat in zijn examenjaar.” 

Ze bleef haar deel van de huur betalen en nam een advocaat in de hand. Via de advocaat kwam ze in aanraking met de Bond Precaire Woonvormen. “Met hen ben ik gaan strijden voor mijn woonrecht, als mens.” Ze organiseerden acties en zochten publiciteit op.

Uiteindelijk bood de woningcorporatie haar een tijdelijke huurwoning aan. Daar woont Ashadevie nu al drie jaar. “Zo lang, dat had ik niet verwacht! Maar afgelopen augustus kreeg ik het bericht dat het volgend jaar echt ophoudt. Wat dan?” 

Actief in de wijk

Ondanks de tijdelijkheid van haar woonsituatie, is Ashadevie heel betrokken bij haar wijk. Zelfs de woningcorporatie valt dit op. “Ben jij er ook weer bij? Vragen ze mij als ik weer bij een meeting ben over de sloopplannen en ontwikkeling van de wijk,” zegt Ashadevie lachend. “Er zijn prachtige mensen die zich hier inzetten voor de wijk. Ik vind het knap wat ze allemaal doen, dus help ik graag mee.” 

Wat ze doet, is niet niks: Ashadevie is secretaresse van de bewonerscommissie, actief in de huurdersvereniging, betrokken bij een stichting over de herstructurering van de wijk én actief lid van de Bond Precaire Woonvormen. Vanuit die rollen spreekt ze geregeld in bij raadsvergaderingen over de toekomst van de buurt en over dakloosheid.

Daarnaast verzorgt Ashadevie twee moestuinen achter haar huis en nog twee andere in de buurt. De tuinen zijn onderdeel van de buurtbeweging ‘Groene Matties’; samen met de gemeente en woningcorporatie werken de bewoners aan vergroening en verbinding in de wijk. “Ik ben ondertussen zelfvoorzienend in mijn groenten,” vertelt Ashadevie trots. “Ik verbouw zoveel, dat ik kan uitdelen aan de buren.”

Het is belangrijk voor haar om op deze manier bij te dragen, Ashadevie doet graag dingen voor anderen. Maar dit is moeilijk zonder woonzekerheid. “Een thuis is een basis om terug te kunnen geven.”

Een thuis als veilige basis

Voor Ashadevie is haar thuis ook een veilige haven voor haar gezin. “Ik heb drie kinderen, één woont bij mij in en twee wonen op kamers, zij komen in de weekenden. Zonder thuis kan ik hen niet ontvangen; dat breekt je gezin op. Omdat ik nu een tijdelijke woning heb, kunnen ze thuiskomen. In dit huis is heel veel liefde en verbinding; het is een veilige basis voor hen.”

Ashadevie heeft de hoop dat ze weer een tijdelijk huis in haar wijk kan krijgen. Dan is ze in ieder geval even onder de pannen, maar helaas nog niet genezen van de stress van tijdelijkheid.

“De enige echte oplossing is een vaste woonplek. Niet alleen voor mij, maar voor iedereen die dak- of thuisloos is, of dat dreigt te worden. Er staan zoveel huizen en panden leeg, bouw die om en geef mensen vaste wooncontracten. Zodat wij allemaal een menswaardig leven kunnen leven.”