Dakloosheid is een groeiend probleem in Nederland, maar er is nog altijd weinig zicht op de volledige omvang en diversiteit van dak- en thuisloze mensen. De ETHOS-telling, een nieuwe manier om dakloosheid te meten, probeert hierin verandering te brengen. We spraken met Robbert, ervaringsdeskundige en belangenbehartiger bij Lumen Holland Rijnland, over zijn betrokkenheid bij de telling in de regio Leiden-Rijnland en wat hij verwacht van deze nieuwe aanpak.
Betrokkenheid vanuit ervaring
Robberts betrokkenheid bij de ETHOS-telling begon toen hij nog als cliëntondersteuner werkte en werd gevraagd om als ervaringsdeskundige deel te nemen. “Ik vond het een mooie kans om vanuit mijn ervaring een bijdrage te leveren en zo misschien meer invloed te kunnen uitoefenen op beleid,” vertelt Robbert. “Eerst was ik vrijwilliger, later ben ik , betaald, mogelijk gemaakt door een subsidie van het Kansfonds, als belangenbehartiger verder gegaan. Zo kon ik wat meer ‘schoppen’ tegen het beleid.”
Een rommelig proces met obstakels
Het proces van de telling verliep volgens Robbert niet altijd vlekkeloos. “Holland Rijnland heeft 13 gemeentes, en om daar met iedereen samen te werken, was vrij pittig,” legt hij uit.
Ook de voorbereiding zelf kan nog veel beter. “Het is echt van essentieel belang om alles vooraf goed te regelen. Als je op de dag zelf ontdekt dat er nog zaken niet in orde zijn, kunnen gemeentes soms niet eens deelnemen. Dat heeft invloed op de betrouwbaarheid van de telling en moet in de toekomst worden voorkomen.”
Stigmatisering blijft een uitdaging
Een van de uitdagingen die Robbert tegenkwam tijdens de telling, was de manier waarop er soms binnen organisaties en gemeenten over dakloze mensen wordt gesproken. “Er zijn nog steeds vooroordelen en stigmatiserend taalgebruik,” zegt Robbert voorzichtig. “Het is belangrijk om hier bewust van te zijn, omdat dit uiteindelijk ook kan doorwerken in het beleid dat wordt gemaakt. Ik zie gelukkig dat er ook initiatieven zijn om dit te verbeteren, maar er is nog werk aan de winkel.”
Belangrijke lessen voor andere gemeenten
Wat kunnen andere gemeenten leren van de ervaringen in (de regio) Holland Rijnland? “Zorg dat de privacywetgeving goed geregeld is,” zegt Robbert. “En bereid de telling grondig voor. Zorg ervoor dat de lijst van deelnemende organisaties compleet is en blijf actief betrokken bij de voorbereiding.” Daarnaast is het belangrijk om van tevoren na te denken over wat er na de telling moet gebeuren. “Het is essentieel om een plan te hebben voor het vervolg, zoals werkgroepen die ook na de telling actief blijven.”
Impact van de ETHOS-classificatie
Robbert is positief over de ETHOS-classificatie omdat deze een bredere groep in beeld brengt, inclusief mensen die dreigend dakloos zijn of uit de maatschappelijke opvang (MO) komen. “De kracht van ETHOS is dat het een veel breder begrip van dakloosheid omvat, waardoor ook de minder zichtbare groepen worden meegenomen.” legt hij uit.
Verwachtingen voor het beleid
Wat betekent dit voor het beleid? “Ik zie dat sommige beleidsmakers in Leiden bijvoorbeeld heel fel zijn op de cijfers van langdurige dakloosheid en huisuitzettingen. Maar in de bredere regio Holland Rijnland moet er nog veel gebeuren,” aldus Robbert. “Mijn taak is om die aandacht vast te houden en te zorgen dat er actie wordt ondernomen.”
Wat nu en de toekomst?
Met de huidige aandacht voor de telling ziet Robbert kansen om het thema op de agenda te houden. “Het gaat erom dat we als belangenbehartigers blijven aandringen op actie. Als wij niets doen, wordt het stil en blijven de plannen uit,” waarschuwt hij. “We hopen dat de cijfers een realistischer beeld geven, zodat er daadwerkelijk beleid komt dat aansluit bij de werkelijke situatie.”
Tips voor andere regio’s
Tot slot geeft Robbert nog enkele tips voor andere gemeenten die binnenkort starten met hun eigen ETHOS-telling: “Zorg dat je alles van tevoren goed hebt geregeld: de AVG, de deelnemende organisaties en vooral ook het vervolgtraject. Den Bosch heeft dat bijvoorbeeld goed aangepakt; zij wisten meteen wat ze na de telling moesten doen.”
Vooruitblik op toekomstige tellingen
Robbert verwacht dat de cijfers uit toekomstige tellingen in bijvoorbeeld Den Haag schokkend zullen zijn. “Het zal waarschijnlijk hoger uitvallen dan we denken,” zegt hij. “Het blijft belangrijk dat wij als belangenbehartigers de resultaten blijven aanwenden om echt iets te veranderen. Anders staan we in 2030 op dezelfde plek als nu.”
Met de ETHOS-telling in volle gang, liggen er kansen voor verbeterd beleid, zowel lokaal als nationaal. Het is nu aan de gemeentes en belangenorganisaties om de verkregen inzichten om te zetten in concrete acties om dakloosheid terug te dringen en uiteindelijk te voorkomen.