Je bekijkt nu Sta op tegen dakloosheid: sluit aan bij het Ronde Tafel gesprek op 25 september
Dakloosheid Voorbij!

Sta op tegen dakloosheid: sluit aan bij het Ronde Tafel gesprek op 25 september

Op 25 september 2024 vindt het Ronde Tafel Gesprek over de Wet Versterking Regie Volkshuisvesting plaats in de Tweede Kamer. Namens Dakloosheid Voorbij! zal Peter Bos deelnemen om onze schriftelijke inbreng, die eerder is geleverd, toe te lichten. De wet is van groot belang om de wooncrisis aan te pakken, en ons doel blijft om dakloosheid uiterlijk in 2030 uit te bannen.

Laat je zien en steun onze strijd tegen dakloosheid. Kom op 25 september naar de Tweede Kamer en neem plaats op de publieke tribune.

Lees hier ons position paper, waarin wij onze visie en concrete voorstellen uiteenzetten om de wet verder te versterken.

Het Position paper

Dakloosheid Voorbij! is een landelijk samenwerkingsverband van belangenorganisaties die zich inzetten voor het voorkomen en uitbannen van dakloosheid. Wij willen u bedanken voor de uitnodiging voor het rondetafelgesprek en stellen het zeer op prijs dat u de stem van dakloze mensen ook betrekt bij uw wetgevende taak. 

Het wetsvoorstel Versterking Regie Volkshuisvesting is een belangrijke wettelijke verankering van veelbelovende ambities op het gebied van de volkshuisvesting. Versterking van die regie is gelet op de wooncrisis in Nederland met de explosieve groei van wachtlijsten voor woningen en toenemende dakloosheid meer dan noodzakelijk. Dakloosheid Voorbij! juicht het dan ook toe dat er met deze wet meer sturing komt op het woon- en huisvestingsbeleid.  

Woord vooraf 
Ons doel is om bij te dragen aan het uitbannen van dakloosheid uiterlijk in 2030. Hiermee sluiten wij aan bij de Lissabon-verklaring die ook de Nederlandse regering heeft ondertekend en wat het uitgangspunt is van het Nationaal Actieplan Dakloosheid: Eerst Een Thuis, een gezamenlijk actieplan van de ministeries van BZK, SZW en VWS om dakloosheid uit te bannen. Het gaat daarbij om zowel het voorkomen van dakloosheid (preventie), alswel het zo spoedig mogelijk beëindigen van dakloosheid. Beleidsuitgangspunt en kernpunt is de paradigmashift van opvang naar preventie en wonen eerst. Dit houdt in dat dakloosheid in ieder geval en in de eerste plaats een huisvestingsprobleem is. Het Nationaal Actieplan Dakloosheid is een nadere uitwerking van het programma ‘Een thuis voor iedereen’, maar dan puur gericht op de aandachtsgroep van (dreigend) dakloze mensen. ‘Een thuis voor iedereen’ is een van de programma’s die onder de Nationale Woon- en Bouwagenda hangen.  

We willen graag van de mogelijkheid gebruik maken om enkele voorstellen te doen om ervoor te zorgen dat de Wet Versterking Regie Volkshuisvesting een potentieel nog grotere bijdrage levert aan het voorkomen en uitbannen van dakloosheid. 

Tekort sociale woningen  
Dé manier om dakloosheid te voorkomen en uit te bannen is door voldoende betaalbare huisvesting. Dakloosheid is de laatste 20 jaar sterk toegenomen mede als gevolg van het almaar groeiende tekort aan betaalbare sociale woningen. De instructie in de wet om minimaal 30% sociaal te bouwen is goed, maar eigenlijk nog veel te laag. We kampen met een grote achterstand die niet in een paar jaar is opgelost. Ook de gewenste verdeling van deze woningbouwopgave over de regio is een zaak die pas op de lange termijn gaat werken. Voor de korte termijn zou een hoger percentage dan 30% op zijn plaats zijn. 

Naast de focus op nieuwbouw pleiten wij ook voor meer sturingsmogelijkheden voor gemeentes om bestaand vastgoed beter te benutten. Bestaand vastgoed staat er al en kan vaak snel worden benut. Geef gemeentes meer mogelijkheden om leegstand en braakliggende grond aan te pakken, bestraf ongebruikte omgevingsvergunningen, maak onteigeningsprocedures een stuk korter, reguleer kraken onder voorwaarden, beloon het samenwonen en het doorstromen. Schaf de kostendelersnorm af, stimuleer kamerverhuur, splitsen en optoppen van woningen etc. 

Aandachtsgroepen  
Van gemeenten wordt verlangd dat zij in het volkshuisvestingsprogramma de woonbehoeften en woonopgaven van de mensen uit aandachtsgroepen in kaart brengen. Op basis daarvan kunnen gemeenten de huisvestingopgave van deze mensen invullen. Veel gemeenten beschikken echter over beperkte data als het gaat om het monitoren van dakloosheid en het in kaart brengen van de aandachtsgroep van (dreigend) dakloze mensen. Om de woonopgave voor deze groep goed in beeld te krijgen is het belangrijk om dit te doen aan de hand van de ETHOS Light definitie en telmethode. Deze definitie van dakloosheid is ook de norm binnen het Nationaal Actieplan Dakloosheid om de grootte van de groep dak- en thuisloze personen in kaart te brengen. Momenteel wordt in een groeiend aantal gemeenten het aantal dak- en thuisloze mensen geteld op basis van de ETHOS Light definitie met een door de Hogeschool Utrecht (in samenwerking met Kansfonds) uitgevoerde telmethode. Wij stellen dan ook voor om dit in de verdere uitwerking een plaats te geven. 

Gemeenten zijn leidend in de uitvoering en zullen bijdragen aan het bedenken van concrete oplossingen voor onze aandachtsgroep op lokaal niveau. Richtlijnen hiervoor, afspraken of concrete kaders ontbreken nog volledig in de wet, de nadere regelgeving en de memorie van toelichting. 

We vinden het verder spijtig dat jongeren geen aparte aandachtsgroep zijn. Jongerenhuisvesting heeft al heel lang geen bestuurlijke aandacht, terwijl de huisvestingsmogelijkheden voor deze groep minimaal zijn ondertussen. We merken dat ook in de sterke toename van dakloosheid onder jongeren. 

Urgentie 
Een belangrijke maatregel in de wet die op korte termijn de bestaande dakloosheid sterk kan verminderen is om dakloze mensen urgentie te geven bij de woonverdeling. Hier wordt echter in beperkte mate in voorzien.  

Slechts een kleine groep dakloze mensen wordt geholpen met het wetsvoorstel. Het geeft alleen woningzoekenden aan wie op grond van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) wegens dakloosheid een voorziening voor opvang is verleend een wettelijk recht op urgentie en daarmee uitzicht op woonruimte. Het moet dan gaan om mensen die niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving. In de meeste gevallen gaat het om mensen aan wie eerst een maatwerkvoorziening op grond van de WMO moet zijn verstrekt. Dit betekent dat aan alle criteria voor een maatwerkvoorziening moet worden voldaan, en alle procedures daarvoor moeten zijn doorlopen, voordat iemand met urgentie gehuisvest kan worden. Deze ‘voorwaarde’ om in aanmerking te komen voor permanente en stabiele huisvesting sluit een grote groep urgent woningzoekende dakloze mensen bij voorbaat uit. Het bestendigt een stereotiep en denigrerend beeld van dakloosheid, dat wordt geassocieerd met verslaving en/of psychische gedragsproblematiek. Het bestendigt ook in hoge mate het idee dat dakloosheid in de eerste plaats een zorgprobleem is. Dit gaat diametraal in tegen het Nationaal Actieplan: 
 
“Velen zijn gewend geraakt aan de maatschappelijke opvang als een tijdelijke, maar logische noodoplossing. Maar we moeten nu stevig de omslag maken naar preventie en ‘eerst een woning, dan herstel’. Preventie en wonen zijn dan ook de twee belangrijke pilaren van dit Actieplan. Want uit onderzoek en ervaring blijkt dat juist een eigen thuis het beste startpunt is voor het werken aan herstel en het opbouwen van een (nieuwe) toekomst.” 

Dit uitgangspunt is in het Nationaal Actieplan uitgewerkt in één van de zes actielijnen:  

“Wonen Eerst  

Herstel, terugvalpreventie én het voorkomen van dakloosheid begint met stabiele huisvesting. Dat betekent dat de maatschappelijke opvang de komende jaren zoveel mogelijk wordt afgebouwd. Mensen moeten met zo min mogelijk tussenstappen een stabiele woonplek met ondersteuning kunnen krijgen. Finland is het enige land in Europa dat dakloosheid structureel heeft verminderd, wat met name is gelukt door Wonen Eerst als systeemaanpak rigoureus toe te passen.” 

Veel mensen die zich in een situatie van dakloosheid bevinden verblijven niet in de maatschappelijke opvang. Zo zijn er dakloze mensen die leven in de openbare ruimte of de natuur, in niet-conventionele woonplekken (auto’s, schuurtjes, campers, vakantieparken, illegale onderverhuur, kraakpanden en anti-kraak), mensen die noodgedwongen tijdelijk verblijven bij familie, vrienden of kennissen, mensen met dreigende huisuitzetting etc. Al deze groepen vallen onder de erkende ETHOS definitie van dakloosheid. Deze ETHOS Light definitie is de leidende definitie van dakloosheid in Nederland en in de Europese Unie. Ook in het Nationaal Actieplan is deze definitie leidend. 

Veel dakloze mensen blijven in de kou staan en worden niet geholpen met deze wet. Het komt er op neer dat zij eerst verder moeten afglijden zodat zij in aanmerking kunnen komen voor opvang en vervolgens urgentie kunnen krijgen. Dat afglijden zien we in de praktijk dag in dag uit gebeuren. Wat eerst vooral een huisvestingsprobleem was, wordt al snel een serieus gezondheidsprobleem en gaat uiteindelijk effect hebben op alle leefgebieden met veel maatschappelijke en financiële kosten van dien. Een veel bredere mogelijkheid om voor urgentie in aanmerking te komen is noodzakelijk om dakloosheid echt te kunnen uitbannen. Dit is geheel in lijn met het Nationaal Actieplan en doet recht aan de eenheid van beleid.  

In de Memorie van Toelichting bij het wetsvoorstel wordt uitdrukkelijk gewezen op het Nationaal Actieplan Dakloosheid: 

“Het uiteindelijke doel van het Nationaal Actieplan Dakloosheid: Eerst een Thuis uit 2020 is ervoor zorgen dat in 2030 dakloosheid is beëindigd. Nederland heeft zich hieraan gecommitteerd door het ondertekenen van de Lissabon Verklaring. Het structureel terugdringen van dakloosheid vraagt om een fundamenteel andere kijk op de aanpak van dakloosheid. Het beleid moet niet alleen zijn gericht op maatschappelijke opvang, maar veel steviger moet worden ingezet op het voorkomen dat mensen dakloos raken. De focus moet nadrukkelijker worden gelegd op wonen.” 

In de Memorie van Toelichting wordt beaamd dat het verlenen van urgentie aan een bredere groep gerechtvaardigd is, maar dit wordt op een gemakzuchtige manier terzijde gelegd: 

“De groep economisch dakloze mensen of dreigend dakloze mensen zonder toegang tot de opvang is heel divers en uiteenlopend qua achterliggende problematiek. Dat maakt eenduidige uitvoering van de regeling ingewikkeld.” 

Ons inziens valt dit goed op te lossen door aansluiting te zoeken bij de Ethos Light definities met verschillende classificaties van dakloosheid. 

Samenloop met Wet vaste huurcontracten 
Het moet ons van het hart dat alle woningzoekenden die in de genoemde urgentiecategorieën vallen in aanmerking komen voor slechts een tijdelijk huurcontract. Alle urgentiecategorieën vormen namelijk een uitzonderingsgrond voor een vast huurcontract volgens de Wet Vaste Huurcontracten. Dit betekent dat deze mensen in woononzekerheid blijven, wat in strijd is met de bedoeling van de wet. 

Procedures 
Over het punt van versnellen van procedures willen wij opmerken dat in de wet vooral wordt gekeken naar de bestuursrechtelijke beroepsprocedures. Wij vinden het van belang om vooral ook te kijken naar de planvormingsfase. Deze duurt gemiddeld zo’n 10 jaar in Nederland. Het zou goed zijn om ook zaken als een bouwplicht en het versnellen van de onteigeningsprocedure aan te pakken.